Schrijven met AI: hoe je lezers écht bereikt
Judith Winterkamp
04/06/2025
2 min
0

Schrijven met AI: hoe je lezers écht bereikt

04/06/2025
2 min
0

Mijn eerste echte baan was voor de klas. Ik gaf Nederlands aan leerlingen op de middelbare school. Van vmbo tot vwo. Ik genoot van lesgeven, van mijn kennis delen met de leerlingen.

Natuurlijk was er ook weerstand. En er waren leerlingen die ronduit weigerden zich in te spannen. Dat begreep ik wel. Zelf was ik op de middelbare school beslist geen ijverige leerling. Sterker, ik ging elk jaar met de hakken over de sloot naar de volgende klas en slaagde uiteindelijk met een her voor Frans.

Ik weet nog precies het moment dat ik stopte met lesgeven aan pubers. Dat was het moment waarop ik me realiseerde dat ik meer bezig was met opvoeden dan met kennis overdragen.

Oeps, dat was confronterend. Maar die confrontatie was wel de waarheid.

Toen ik me realiseerde dat opvoeden niet mijn roeping was, maar lesgeven, was er geen weg terug. Ik wilde niet langer vooral bezig zijn met het gedrag van mijn leerlingen. Ik wilde me focussen op de inhoud van mijn vak.

Dus zegde ik mijn baan op en begon ik mijn carrière als schrijftrainer – inmiddels bijna 25 jaar geleden.

Neem nu Melissa.

Nee, je kent haar niet. Melissa is niet haar echte naam. Maar wat er tijdens de training Schrijven met AI gebeurde, is wel echt.

Melissa bevocht haar schrijfstijl met hand en tand. De kernboodschap hoorde volgens haar aan het eind van een bericht. En oubollige woorden als ‘tevens’, ‘indien’ en ‘derhalve’? Die waren volgens haar een teken van respect. Net als ‘Geachte’ in de aanhef en altijd de lezer met ‘u’ aanspreken. Daar week ze niet van af.

Iedereen heeft zo zijn eigen normen. Dat meen ik. Het is belangrijk dat we accepteren dat we allemaal anders zijn en dat we eigen ideeën hebben over wat wel en niet gepast is.

Ook Melissa dus.

Maar tijdens de training gebeurde er iets. Terwijl de andere deelnemers enthousiast oefenden met kortere, duidelijke zinnen en een toegankelijkere schrijfstijl, hield Melissa voet bij stuk. Ze bleef vasthouden aan haar formele toon en traditionele woordkeuze.

‘Waarom zou ik dat veranderen?’ vroeg ze. ‘Zo hóórt het toch?’

Het was een mooi moment. Niet alleen omdat haar vraag oprecht was, maar ook omdat het de kern raakte van wat schrijven zo persoonlijk maakt.

Schrijven is niet alleen techniek. Het is ook identiteit, overtuiging, zelfs een beetje eigenwijsheid.

Toch bleef ik doorvragen. Niet om haar te overtuigen, maar om haar uit te dagen: ‘Wat wil je dat je lezers voelen als ze jouw mails lezen? Wat wil je dat ze dóen?’

Melissa zweeg even. ‘Nou ja… ik wil dat ze voelen dat ze serieus genomen worden.’

‘En stel dat je lezer zich meer aangesproken voelt door een iets toegankelijkere toon?’ zei ik.

Ze keek peinzend voor zich uit. ‘Hmmm. Misschien. Maar dan nog voelt het alsof ik mezelf niet ben.’

En daar zat precies de spanning die zoveel schrijvers voelen. De balans tussen wie je bent en wat je lezer nodig heeft.

Melissa ging niet ineens haar schrijfstijl volledig omgooien. Maar tegen het einde van de training schreef ze een e-mail die nét iets directer was. Zonder ‘derhalve’, zonder ‘indien’. Nog steeds herkenbaar als Melissa, maar dan met een vleugje toegankelijkheid.

‘Nou, vooruit,’ zei ze met een kleine glimlach. ‘Misschien probeer ik het eens zo.’

En dát is precies waarom ik 25 jaar geleden voor dit vak koos. Niet om mensen te dwingen anders te schrijven, maar om ze te laten ontdekken hoe ze effectiever kunnen zijn – zonder zichzelf kwijt te raken.

Melissa vond haar eigen weg. Niet door alles los te laten, maar door bewust te kiezen wat wél en niet werkte. En dat is precies zoals het hoort.

Reacties